Champ Ferguson

Champ_Ferguson

Champ Ferguson (29-11-1821 – 20-10-1865) was een zeer beruchte Zuidelijke guerrilla strijder tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Hij is 1, van de slechts 2 man, die na de oorlog werden veroordeeld tot de doodstraf voor oorlogsmisdaden.

Vóór de oorlog:
Champ Ferguson werd geboren in Clinton County, Kentucky op de grens met Tennessee als oudste van 10 kinderen. Dit gebied stond ook wel bekend als de Kentucky Highlands en bestond met name uit families die herenboer waren en de meesten hadden ook enkele slaven. In eerste instantie werd Champ Ferguson, net als zijn vader, ook boer, maar al snel kwam zijn gewelddadige aard naar boven, zelfs voor de oorlog al.

Champ_Ferguson_c1850s_klein Champ Ferguson rond 1850

Zo ligt er een verslag waarin Champ Ferguson leiding gaf aan een groep mannen die de sheriff van Fentress County in Tennessee, James Read, aan een boom gebonden hadden. Vervolgens zou Ferguson met zijn paard rondjes om de boom gereden hebben en net zo lang met een zwaard op de sheriff hebben ingehakt tot deze overleed. Zo wordt Ferguson echter ook verdacht in de jaren 1850 een man, Evans, te hebben neergestoken die het overigens wel overleefde.

In deze periode verhuisde Champ Ferguson met zijn vrouw naar Calfkiller River Valley in White County, Tennessee.

Tijdens de oorlog:
Toen de Amerikaanse burgeroorlog uitbrak, waren de bewoners uit met name het oostelijke deel van de staat Tennessee groot tegenstander van afscheiding van de Unie. Het westelijk deel daarentegen bestond vooral uit slavenhouders en zij waren juist groot voorstander van de Confederatie. Door deze historische scheiding was de regio in het oosten van de staat een graag gekozen strijdtoneel voor beide zijden. Toen de staat Tennessee in 1862 werd bezet door de Unie, droeg dit nog eens extra bij aan de onderlinge spanningen. Door het bergachtige terrein en het gebrek aan rechterlijke macht, zowel militair als civiel, hadden de verschillende guerrilla’s en andere niet-georganiseerde strijdgroepen relatief veel vrijheid in beweging. Er werden verschillende voorvallen gemeld van guerrilla-aanvallen en wraakacties, vooral in de regio van het Cumberland Plateau. Er was veel onderlinge strijd, zelfs binnen families. Zo was 1 van Champ Ferguson’s jongere broers lid van het 1e regiment Noordelijke cavalerie Kentucky. Deze broer sneuvelde tijdens de oorlog.

Vrij vroeg al in de oorlog wist Champ Ferguson een compagnie van guerrilla-strijders op te richten en ze vielen met name burgers aan, die vermeende aanhangers van de Unie waren. Er werden vooral ook veel lokale vetes uitgevochten onder het mom van de oorlog. Vaak werkte Ferguson ook samen met reguliere Zuidelijke troepen, onder bijvoorbeeld brigade-generaal John Hunt Morgan en generaal-majoor Joseph Wheeler.

JWheelerCSAGen Joseph Wheeler (1836 – 1906)

Er wordt zelfs beweerd dat John Hunt Morgan aan Ferguson de rang van kapitein zou hebben gegeven. Daar staat echter tegenover dat er binnen Ferguson’s eenheid nauwelijks sprake was van georganiseerde discipline en dat zijn eenheid de “normaal aangenomen waarden” van oorlog voeren hanteerde.

Gen._John_Morgan John Hunt Morgan (1825 – 1864)

Er deden zich de wildste verhalen de ronde onder Ferguson’s vermeende sadisme. Zo zou hij een groep gevangenen hebben onthoofd en hun schedels van een heuvel hebben laten afrollen. Zo zou hij ook bereid zijn om ouderen te vermoorden en bedlegerigen.

Tijdens de oorlog is Champ Ferguson 1 keer gearresteerd door de Zuidelijke autoriteiten voor de moord op een lid van het Zuidelijke gouvernement. Hij werd 2 maanden opgesloten in Wytheville, Virginia maar door gebrek aan bewijs ontslagen van rechtsvervolging.

Na de oorlog:
Toen de oorlog was afgelopen, ontbond Champ Ferguson zijn eenheid en keerde terug naar zijn boerderij. Toen de Federale troepen hoorden dat hij terug was, arresteerden ze hem onmiddellijk en werd Ferguson afgevoerd naar Nashville.

Champ_Ferguson_Captured

(Champ Ferguson – midden – met zijn bewakers, na zijn gevangenname)

Champ Fergusan werd berecht door een militair tribunaal. Hij stond terecht voor 53 moorden en zijn rechtszaak trok nationale aandacht die snel zou leiden tot een media-event. Eén van de belangrijkste getuigen tegen Ferguson tijdens de rechtszaak was zijn oude vijand, David “Tinker” Beaty.

Jonathan Hale & Tinker Dave Beaty rechts David “Tinker” Beaty (1817 – 1876)

(Links: Jonathan Hale, hoofd verkenners in het Noordelijke Army of the Cumberland)

Deze  “Tinker Dave” Beaty was, net als Ferguson, leider van een groep guerrilla-strijders, maar in dit geval voorstanders van de Unie. Net als Ferguson strijd had gevoerd tegen echte en vermeende tegenstanders van de Confederatie, had Beaty strijd gevoerd tegen echte en vermeende tegenstanders van de Unie. Tijdens het proces was Ferguson ook niet ontkennend over de genoemde slachtoffers, waarbij hijzelf toegaf er zeker 100 te hebben gedood. Ferguson zag dit echter als het gevolg van de oorlog en zijn taak als soldaat.

Eén beschuldiging, tijdens de rechtszaak besproken, trok bijzondere aandacht. Zo zouden de leden van Ferguson’s bende deel hebben genomen aan de moord op gewonde en gevangengenomen Noordelijke soldaten, na de Eerste Slag bij Saltville. Deze Noordelijke slachtoffers waren allen lid van het 5e staatsregiment “zwarte” cavalerie (5th United States Colored Cavalry) en hun blanke officieren. Ferguson en zijn mannen werden er van beschuldigd de Noordelijke soldaten op hun ziekbed te hebben afgeslacht en alleen de komst van de Noordelijke eenheid, onder bevel van kolonel William Holland Thomas wist een totale afslachting te voorkomen.

WilliamHollandThomas William H. Thomas (1805 – 1893)

Hierop reageerde Champ Ferguson dat hij zich had teruggetrokken, nadat hij vernam dat er reguliere Zuidelijke troepen naderden.

Op 10 oktober 1865 werd Champ Ferguson schuldig bevonden en veroordeeld tot de galg. Ferguson reageerde op dit oordeel: “I am yet and will die a Rebel … I killed a good many men, of course, but I never killed a man who I did not know was seeking my life. … I had always heard that the Federals would not take me prisoner, but would shoot me down wherever they found me. That is what made me kill more than I otherwise would have done. I repeat that I die a Rebel out and out, and my last request is that my body be removed to White County, Tennessee, and be buried in good Rebel soil.

Op 20 oktober 1865 werd Champ Ferguson opgehangen voor oorlogsmisdaden, begaan tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Naast Henry Wirz, de commandant van krijgsgevangenenkamp Andersonville, waren zij beiden de enigen die na de Amerikaanse burgeroorlog hun bijdrage in de oorlog moesten bekopen met de doodstraf.

Champ Ferguson ligt begraven in de Franse begraafplaats, noord van Sparta, White County, Tennessee.

Champ-ferguson-grave

(graf Champ Ferguson)

Na zijn executie berichtten verschillende Noordelijke kranten dat zijn verklaringen een duidelijke bekentenis vormden. Champ Ferguson heeft uiteindelijk zelf toegegeven dat hij 10 mensen daadwerkelijk heeft gedood. 9 van deze 10 waren, naar zijn zeggen, uit zelfverdediging en de laatste was omdat deze persoon zich schuldig had gemaakt aan plundering en moord op burgers. Ferguson had verder aangegeven in zijn afscheid dat hij was veroordeeld voor moorden, uitgevoerd door leden van zijn groep. Ferguson ontkende uiteindelijk ook de beschuldigingen van de moord op 12 Noordelijke soldaten in de Eerste Slag bij Saltville. Ze waren ofwel al in de strijd gevallen, of door anderen gedood.

Volgens Ferguson was zijn rechtszaak alles behalve rechtvaardig en eerlijk. Hij wist bij voorbaat dat hij tot de doodstraf zou worden veroordeeld. Op 2 na trok hij de geloofwaardigheid van getuigenissen in twijfel.

Het bijzondere blijft dat er na deze gruwelijke oorlog “slechts” 2 man zijn veroordeeld voor oorlogsmisdaden, soms zelfs gebaseerd op “halve” waarheden. Aan beide zijden hebben hoog en laag zich waarschijnlijk schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden en misdaad tegen de menselijkheid. Het ontbreken van duidelijke “Rules of Engagement” en het nog zeker niet compleet zijn van de Conventie van Genève kunnen daar zeker aan hebben bijgedragen. Anderzijds zou dit “gebrek” van meerdere veroordelingen ook kunnen hebben bijgedragen aan het onderlinge onbegrip in het land. De slavernij was dan wel opgeheven, maar leek te hebben plaats gemaakt voor racisme. Daarnaast zijn de verschillen tussen “Noord” en “Zuid” zelfs nu, na meer dan 150 jaar, nog dagelijks voelbaar in het nieuws…

Geplaatst in 10 - oktober, 11 - november, 1865, Confedarete - niet Generaal, Leiders, militair (niet generaal) Zuid, niet-militairen | Een reactie plaatsen

Victorio – Apache

Victorio_Chiricahua_Apache_Chief

Victorio (Apache naam: Bidu-ya, Beduiat: ± 1825 – 14-10-1880) was chief van de Tcihendeh Apache indianen en streed zowel tijdens de Amerikaanse burgeroorlog als ook daarna tegen de Amerikanen.

Biografie:
Victorio groeide op bij de Chihenne stam van de Apache. Er zijn speculaties die er op wijzen dat Victorio, of zijn stam, familiebanden zou hebben binnen de Navajo. Door de Navajo werd Victorio “he who checks his horse” (hij die zijn paard controleert) genoemd. Victorio’s zus was Lozen, de beroemde vrouwelijke krijger, of ook wel “Dextrous Horse Thief” (de handige paardendief) en vaak zijn rechterhand in de strijd.

Lozen Lozen (1840 – 1890)

In 1853 werd Victorio door het Amerikaanse leger al gezien als 1 van de Apache chiefs. In de jaren ’50 reed hij onder andere met Cuchillo Negro (Baishan) in de strijd tegen de blanke Amerikanen.

baishan-apache Cuchillo Negro (Baishan) (1796 – 1857)

Later reed Victorio met zijn schoonvader Mangas Coloradas. Aangezien Cochise zijn zwager was, mag aangenomen worden dat hij tijdens de Amerikaanse burgeroorlog veelvuldig tegen de Amerikaanse kolonisten en het Amerikaanse leger heeft gevochten. Of dit ook tijdens de Slag bij Apache Pass het geval is, is niet helemaal duidelijk.

In deze periode reed Victorio ook vaak samen met Apache leiders als Nana, overigens een zwager van Geronimo; Juh; Delgadito (Atsidi Sani) en Geronimo.

Nana_apache Nana (1800? – 1896)

Atsidi_Sani50 Delgadito (Atsidi Sani) (1830 – 1918)

In de jaren tussen 1870 en 1880 werd de Apache stam waar Victorio deel vanuit maakte veelvuldig door het Amerikaanse leger verplaatst over uiteindelijk drie reservaten. Victorio en zijn mensen werden uiteindelijk naar het San Carlos reservaat getransporteerd in 1877.

San_Carlos_Reservation_police_1880

(San Carlos reservaat, politie bureau)

Victorio had tevergeefs bij het Amerikaanse leger aangedrongen op een verblijf op hun geboortegronden. Tot tweemaal toe trokken Victorio en zijn krijgers weg uit het reservaat en keerden terug. De derde en laatste keer was eind augustus 1879. Victorio begon een oorlog tegen zowel het Amerikaanse leger als ook tegen de Mexicanen. De strijd, bekend als de Victorio-oorlog, duurde van 1879 tot 1881. Victorio ging samen met Nana de strijd aan en ze leidden een succesvolle overwinning op 18 september 1879 in de Slag bij Las Animas Canyon.

Op 28 april 1880 leidde Victorio een overval op verschillende kolonisten huizen rondom Alma, New Mexico. Hierbij werden zeker 41 kolonisten gedood en deze overval staat bekend als de Slachting bij Alma. Uiteindelijk werden de Apache verdreven door soldaten uit Fort Bayard.

Victorio zette vervolgens zijn campagne tegen het Amerikaanse leger voort met een aanval op Fort Tularosa. Fort Tularosa stond onder bevel van zgn. ‘Buffalo Soldiers’ (zwarte soldaten, zo genoemd door de indianen), onder leiding van sergeant George Jordan.

George_Jordan_(MOH) George Jordan (1847 – 1904)

Jordan wist de aanvallen van de Apache af te slaan zonder zelf slachtoffers te hebben en de apache waren gedwongen zich terug te trekken. George Jordan zou later voor deze actie de hoogste militaire onderscheiding krijgen, de Medal of Honor.

Op 9 augustus 1880 overviel Victorio met zijn Apache een postkoets en vermoorden daarbij o.a. generaal-majoor buiten dienst James J. Byrne.

byrne35 James J. Byrne (1842 – 1880)

Op 14 oktober 1880 werd Victorio met zijn stam omsingeld rond de Rio Grande, nabij Tres Castillos Mountains, omsingeld door soldaten van het Mexicaanse leger en gedood. Enkele vrouwen en kinderen wisten te ontsnappen en zich aan te sluiten bij Geronimo, om vervolgens diens lot te volgen.

Geplaatst in 10 - oktober, Indianen, Leiders | Een reactie plaatsen

Sandie Pendleton

Alexander_Pendleton_c1860s

Alexander Swift “Sandie” Pendleton (28-9-1840 – 23-9-1864) was een stafofficier in het Zuidelijke leger tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Pendleton diende in de staven van de Zuidelijke generaals  Thomas “Stonewall” Jackson, Richard S. Ewell en Jubal A. Early.

Vóór de oorlog:
Sandie Pendleton werd geboren in Alexandria, Virginia als de enige zoon van de bisschoppelijke priester en latere generaal van de Confederatie William N. Pendleton en zijn vrouw Anzolette Elizabeth Page.

WNPendelton William N. Pendleton (1809 – 1883)

Sandie’s vader had gestudeerd aan de militaire academie in West Point en had tot 1833 gediend in het leger van de V.S. totdat de “nullificatie crisis” uitbrak, een crisis waarbij het Zuiden voor het eerst aandrong op staatsrechten, die zou leiden tot een confrontatie tussen de Unie en enkele staten die afzondering zochten. De Zuidelijke opstand werd de kop ingedrukt. William Pendleton ging vervolgens het onderwijs in en was de eerste rector van de christelijke hoge school in Alexandria, maar vertrok in 1844 naar Baltimore, Maryland om daar een jongensschool op te richten. Tussen 1847 en 1853 leefde de Pendleton familie in Frederick, Maryland. Daar diende de eerwaarde Pendleton in de All Saints kerk. Sandie Pendleton studeerde op een privé school voor jongens. Zijn ouders meenden namelijk dat zijn mannelijke kwaliteiten ontwikkeld moesten worden met zijn delicate gezondheid en alleen maar zussen thuis. Het effect was wel dat hij juist om deze redenen veel gepest werd.

Toen Sandie 13 werd, verhuisde het gezin naar Lexington, Virginia. Eerwaarde Pendleton kreeg daar een baan aangebodenin de plaatselijke kerk en William Pendleton zag mogelijkheden om in zijn onderhoud te voorzien door oprichting van een jongensschool. Sandie Pendleton werd daarnaast ook nog eens gratis aangenomen op het Washington College. Sandie Pendleton wist de opleiding in 3 jaar af te ronden in 1857, waarbij hij ook de toenmalige majoor Thomas J. Jackson ontmoette die in die tijd instructeur was op de VMI (Virginia Military Institute).

General_Stonewall_Jackson_small2 Jackson in 1862

Sandie Pendleton slaagde in de top van zijn klas en zou vervolgens de 2 jaar erna nog in Lexington blijven. Hij mocht les geven op zijn ‘oude’ school in Wiskunde en Latijn en daarnaast verdiende hij nog bij op de jongensschool van zijn vader.

In 1859 had Sandie Pendleton voldoende geld bij elkaar verdiend om een studie te kunnen beginnen aan de Universiteit van Virginia in Charlottesville. Gedurende zijn eerste jaar had hij al bijna de helft van de studie er op zitten om een graad te verdienen. Maar in het 2e jaar van zijn studie brak de Amerikaanse burgeroorlog uit met de aanval op Fort Sumter. Vervolgens werden de soldaten van Virginia naar Harpers Ferry gestuurd om het Amerikaanse wapenarsenaal aldaar te veroveren. Zijn ouders hoopten dat Sandie zijn graad nog mocht behalen vóór 1 juli en daarop diende Sandie Pendleton een verzoek tot uitstel voor militaire dienst in tot die datum. De regering van Virginia weigerde echter en Sandie Pendleton vertrok op 11 juni als 2e luitenant met het Provisional Army of Virginia naar Harpers Ferry. Hij had 4 van de 7 examens afgelegd en kwam dus tekort voor een Master.

Tijdens de oorlog:
Toen Sandie Pendleton in Harpers Ferry aankwam, werd hij tijdelijk ingezet bij de Rockbridge artillerie, een eenheid die zijn vader had georganiseerd en die al enkele weken in de regio was. De troepen in Haprers Ferry stonden onder bevel van generaal Joseph E. Johnston, maar toen “Stonewall” Jackson het commando kreeg over de eerste brigade van de Army of the Shenandoah, verzocht Jackson om Sandie Pendleton te mogen toevoegen aan zijn staf als ordonnance officier.

sandiependleton Sandie Pendleton

Sandie Pendleton liet al snel zijn kwaliteiten zien als stafofficier en zijn moed tijdens de Eerste slag bij Bull Run (Zuid: Eerste slag bij Manassas). Pendleton bewees zijn diensten vervolgens tijdens de Vallei campagne in het voorjaar van 1862 (maart tot juni 1862). Vervolgens, na wat troepenverplaatsingen, nam Pendleton met Jackson deel aan de Maryland campagne, waarin de bloedige Slag bij Antietam. Daarna bevorderde Jackson Pendleton tot zijn persoonlijk assistent.

In de winter van 1862/1863 verbleef het Zuidelijke leger onder Jackson in de buurt van Fredericksburg, Virginia en de staf had zijn intrek genomen op de plantage Moss Neck Manor.

Moss Neck Manor

(Moss Neck Manor)

Daar ontmoette Sandie Pendleton Catherine “Kate” Carter Corbin en het tweetal raakte verloofd, net voor de Chancellors campagne. Ze zouden na de campagne trouwen op 29 december 1863 op Moss Neck Manor.

katependleton Kate Corbin Pendleton Brooke (1839 – 1918)

Sandie Pendleton nam deel aan de Slag bij Chancellorsville, waarbij zijn commandant, “Stonewall” Jackson, uiteindelijk zou overlijden door eigen vuur op 10 mei 1863. Pendleton begleidde het lichaam van Jackson naar zijn laatste rustplaats in Lexington. Aansluitend keerde hij terug naar de staf van het II Korps van de Army of Northern Virginia en trad weer toe tot de staf, nu onder bevel van Richard S. Ewell. Onder zijn bevel nam Pendleton deel aan de Gettysburg campagne.

Richard_S_Ewell Richard S. Ewell (1817 – 1872)

In 1864 kreeg de Zuidelijke luitenant-generaal Jubal A. Early het bevel over het II Korps en hij bevorderde Sandie Pendleton tot chef-staf met de rang van luitenant-kolonel.

Jubal_a._Early Jubal A. Early (1816 – 1894)

Onder Early nam Pendleton deel aan de strijd in de Shenandoah vallei tegen de troepen van de Unie. De Noordelijke troepen werden aangevoerd door de generaal van de Unie Philip Sheridan. De Zuidelijke troepen onder Early werden in de Derde Slag bij Winchester door Sheridan verslagen en werd de overgebleven Zuidelijke strijdmacht gedwongen zich terug te trekken naar Fisher’s Hill. Daar vond op 21 en 22 september 1864 de Slag bij Fisher’s Hill plaats. Op 22 september zette Sheridan de aanval in op de linkerflank van Early bij Fisher’s Hill. Bij deze aanval rond 16:00 werd Sandie Pendleton getroffen in zijn buik.

Sandie Pendleton werd vervolgens zwaargewond afgevoerd naar Woodstock, waar hij de volgende dag aan zijn verwondingen overleed. Zijn lichaam werd eerst nabij het slagveld begraven, maar later weer opgegraven en overgedragen aan zijn familie in Lexington. Daar werd Sandie Pendleton herbegraven nabij het graf van “Stonewall” Jackson. Ten tijde van zijn overlijden, was de vrouw van Sandie in verwachting en hun zoon, Sandie – naar zijn vader, werd een maand later geboren. Het jongetje overleed i september 1865 aan difterie.

(Source Kate Corbin: Civilwarwomenblog.com)

Geplaatst in 09 - september, 1864, Army of Northern Virginia, Confedarete - niet Generaal, militair (niet generaal) Zuid | Een reactie plaatsen

Sterling Price

Sterling_Price

Sterling Price (20-09-1809 – 29-09-1867) was een militair, advocaat, plantagehouder en politicus voor Missouri. Van 1853 tot 1857 was Price de 11e gouverneur van de staat Missouri. Tijdens de Mexicaanse-Amerikaanse oorlog (1846-1848) was Price brigade-generaal in het Amerikaanse leger. Toen in 1861 de Amerikaanse burgeroorlog uitbrak, koos Price uiteindelijk voor het Zuiden en werd generaal-majoor in het leger van de CSA (Confederate States Army).

Sterling Price behaalde militaire bekendheid uit zijn overwinningen tijdens de Mexicaanse-Amerikaanse oorlog en zijn nederlagen tijdens de Amerikaanse burgeroorlog.  Vooral zijn nederlagen tijdens de Slag bij Pea Ridge en Westport, maar zeker zijn falende Missouri-campagne waren tekenend voor zijn optreden.

Toen de oorlog tussen Noord en Zuid voor het Zuiden verloren leek, zocht Price met zijn overgebleven manschappen (in plaats van zich over te geven aan de Unie) zijn toevlucht bij de enige Mexicaanse keizer ooit, Maximillian. Deze korte samenwerking pakte echter niet goed uit en Price zag zichzelf gedwongen terug te keren naar Missouri waar hij in 1867 overleed.

Emperador_Maximiliano_I_van_Mexico Maximillian I van Mexico (1832 – 1867)

Tot 1846:
Sterling “Old Pap” Price werd geboren nabij Farmville in Prince Edward County, Virginia. Zijn familie kwam oorspronkelijk uit Wales, Groot-Brittannië en had zich in de 16e eeuw gevestigd in de toenmalige Virginia kolonie. Zijn vader was Pugh Price en zijn moeder Elizabeth Williamson. Sterling Price zat van 1826 tot 1827 op het Hampden-Sydney College waar hij rechten studeerde. Na zijn opleiding werd Price aangenomen in de advocatenstand van Virginia en begon hij een advocatenkantoor.

In de herfst van 1831 verhuisden Price en zijn familie naar Missouri, eerst naar Fayette, maar een jaar later naar Keytesville. Daar begon Price een hotel en beheerde een groot warenhuis. Op 14 mei 1833 trouwde Price met Martha Head en het paar kreeg 7 kinderen, waarvan er uiteindelijk 5 de volwassen leeftijd bereikten: Edwin Williamson, Herber, Celsus, Martha Sterling en Quintus.

Price was van 1836 tot 1838 lid van het huis van afgevaardigden van Missouri.

Tijdens de mormonen-oorlog van 1838 maakte Sterling Price deel uit van een delegatie die moest onderzoeken wat er aan de hand was tussen leden van de Latter Day Saint beweging (mormonen) en anti-mormonen groeperingen, daar er meldingen kwamen van onrusten tussen beide groepen in het westen van de staat Missouri. Price kwam terug met een verslag dat in het voordeel van de mormonen sprak. Volgens Price maakten de mormonen zich op geen enkele wijze schuldig aan strafbare feiten en kwamen deze beschuldigingen vooral onterecht van hun tegenstanders. Toen de mormonen zich in november 1838 overgaven, gaf de gouverneur van Missouri, Lilburn W. Boggs (1796 -1860), opdracht aan Price om met een compagnie af te reizen naar Caldwell County om de aanhangers van de LDS te beschermen tegen plunderingen.

Price werd van 1840 tot 1844 wederom lid van het huis van afgevaardigden, waarbij hij  tevens voorman werd. Aansluitend werd Sterling Price verkozen als Democraat voor het 29e congres. Hij diende hier van 4 maart 1845 tot 12 augustus 1846, waar hij ontslag nam om te kunnen dienen in de Mexicaanse-Amerikaanse oorlog.

Mexicaanse-Amerikaanse oorlog:
De oorlog tussen Mexico en de Verenigde staten was het gevolg van de strijd om Texas en de onafhankelijkheidsverklaring van Texas. Mexico had de staat o.a. nodig als buffer tegen de vele invallen van de indianen in die regio, vooral de Apache. De oorlog tegen Mexico was al begonnen in april 1846 en Sterling Price had het 2e regiment vrijwillige cavalerie Missouri opgericht. Op 12 augustus 1846 werd Price aangesteld als kolonel van het regiment.

SterlingPrice Sterling Price vóór de Amerikaanse burgeroorlog

Price marcheerde vervolgens onder de commandant van het 1e regiment vrijwillige cavalerie Missouri, kolonel Alexander Doniphan, naar Santa Fé.

Alexander_William_Doniphan Alexander W. Doniphan (1808 – 1887)

Price werd aansluitend aangesteld als militair gouverneur van New Mexico en wist in 1847 de Taos opstand neer te slaan, een opstand van Mexicaanse burgers in de regio en sympathiserende Pueblo indianen tegen de Amerikaanse overheersing.

Op 20 juli 1847 werd Sterling Price bevorderd tot brigade-generaal van vrijwilligers door de president van de V.S., James K. Polk, de 11e president van 1845 tot 1849.

JamesKnoxPolk James Knox Polk (1795 – 1849)

Daarna werd Price in dezelfde maand aangesteld als militair gouverneur van Chihuahua. Aansluitend leidde hij een strijdmacht van 300 man, zijn Army of the West, in de Slag bij Santa Cruz de Rosales (16 maart 1848) waar Price een vijandelijke troepenmacht wist te verslaan die 3x zo groot was als zijn eigen leger. Deze slag was tevens de laatste slag uit de Mexicaanse-Amerikaanse oorlog die eigenlijk al in februari 1848 was afgelopen. Het vredesverdrag hiervoor was al ondertekend in het verdrag van Guadalupe Hidalgo en op 10 maart 1848 geratificeerd door het Amerikaanse congres.

Hoewel Sterling Price een reprimande kreeg van de Amerikaanse minister van oorlog, William L. Marcy, die hem opdracht had gegeven zich terug te trekken naar New Mexico, werd Price niet bestraft.

William_L._Marcy William L. Marcy (1786 – 1857)

Sterling Price werd op 25 november 1848 eervol ontslagen uit het leger en keerde als held terug naar Missouri.

Gouverneur van Missouri:
Sterling Price werd een slaveneigenaar en begon een tabaksplantage op de prairie van Bowling Green. Door zijn populariteit als oorlogsheld, werd Price in 1852 vrij simpel verkozen tot gouverneur van Missouri en diende hij als gouverneur van 1853 tot 1857.

Tijdens zijn aanstelling als gouverneur werd de Washington University in St. Louis opgericht, het publieke onderwijs in de staat werd heringericht met o.a. een bond voor onderwijzers, het spoorweg netwerk in de staat werd uitgebreid en er werd een landmeetkundige dienst ingesteld. In zijn periode werd ook het salaris van een gouverneur naar beneden bijgesteld, maar Price accepteerde alleen het loon waarvoor hij was verkozen.

In 1857 werd Price vervolgens commissaris van de staatsbank tot 1861. Hij zette zich ook in voor een spoorlijn door zijn eigen provincie.

Tijdens de oorlog:
Toen de Amerikaanse burgeroorlog uitbrak, was Sterling Price tegen een afscheiding van Missouri. Hij was zelfs voorspreker tijdens de conventie op 28 februari 1861. Velen hadden zich uitgesproken dat ze bij de Unie wilden blijven op voorwaarde dat de slavernij zou blijven en dat er geen militair ingrijpen zou plaats vinden in Missouri. Op 10 mei 1861 kwam hier echter een drastische verandering in, tijdens de Camp Jackson affaire.

Unie leiders Camp Jackson

Na deze oorlogsverklaring op de staat Missouri door de Unie, zoals Price het zag, wilde Price niets anders dan dan zich aansluiten bij de afscheiders van de Unie. Sterling Price werd vervolgens door de pro-Zuidelijke gouverneur Claiborne Fox Jackson benoemd tot commandant van de Missouri State Guard in mei 1861.

Claiborne_fox_jackson Claiborne Fox Jackson (1806 – 1862)

Er volgde daarna een campagne waarin men poogde de staat Missouri voor de Confederatie te winnen. De meest bekende slag met dit doel was de Slag bij Wilson’s Creek in augustus 1861. Tijdens deze slag stonden de troepen van Price onder bevel van brigade-generaal Benjamin McCulloch.

McCullochBenjamin Benjamin McCulloch (1811 – 1862)

De Zuidelijke troepen wisten de Noordelijke Army of the West, onder bevel van de inmiddels bevorderde, generaal Lyon te verslaan. Hierbij sneuvelde de Noordelijke brigade-generaal Lyon.

Na deze overwinning zetten de Zuidelijke troepen onder Price een invasie in naar het noordelijke deel van de staat Missouri en volgde de Slag bij Lexington, die leidde tot een Zuidelijke overwinning op Federale soldaten onder kolonel James Mulligan.

James_A._Mulligan James Mulligan (1830 – 1864)

Nadien werden er echter zoveel Noordelijke soldaten ingezet in de regio, dat de eenheden van Sterling Price en Claiborne Jackson zich gedwongen zagen zich terug te trekken waardoor de staat grotendeels in Noordelijke handen bleef.

Pea Ridge, Iuka en Corinth:
Price was nog steeds generaal van de Missouri militie, maar kon geen overeenstemming vinden met zijn collega uit de Slag bij Wilson’s Creek, Benjamin McCulloch, over een voortzetting van de strijd. Door deze splitsing kon de Confederatie geen echt grote strijdmacht op de mat brengen in Missouri. Price en McCullough werden zelfs bittere rivalen wat leidde tot ingrijpen van hun overall comandant, generaal-majoor Earl van Dorn.

Earl_Van_Dorn Earl van Dorn (1820 – 1863)

Van Dorn wist de beide strijdmachten weer samen te voegen en noemde ze de “Army of the West”. Van Dorn liet deze Zuidelijke strijdmacht oprukken tegen de Noordelijke brigade-generaal Samuel R. Curtis in de Slag bij Pea Ridge.

SamuelCurtis Samuel R. Curtis (1805 – 1866)

Op 6 maart 1862 werd Sterling Price, onder bevel van Van Dorn, bevorderd tot generaal-majoor.

De Zuidelijke strijdmacht in de Slag bij Pea Ridge was veel groter dan de Noordelijke troepenmacht en Earl van Dorn zette op 7 maart 1862 de aanval in. Price raakte de eerste dag van de slag gewond, maar wist Curtis terug te dringen tot Eikhorn Tavern. De volgende dag moest hij echter toezien hoe de Federale soldaten in een furieuze tegenaanval de strijd wisten te winnen.

Price stak vervolgens de Mississippi rivier over om zich bij troepen van P.G.T. Beauregard aan te sluiten bij Corinth. Price wist daarbij een Noordelijk depot te veroveren bij Iuka, maar in de Slag bij Iuka op 19 september 1862 werd Price verslagen door de Noordelijke generaal-majoor William S. Rosecran.

William_S._Rosecrans William S. Rosecran (1819 – 1898)

Enkele weken later werd Price, onder Van Dorn, wederom verslagen op 3 en 4 oktober in de Tweede slag bij Corinth door deze zelfde Rosecran.

Na deze nederlagen werd Van Dorn vervangen door generaal-majoor John C. Pemberton.

JCPemberton John C. Pemberton (1814 – 1881)

Price was ook wel klaar met Van Dorn en hij wilde zijn ongenoegen over diens optreden uiten in de Zuidelijke hoofdstad Richmond bij de president zelf, Jefferson Davis. In tegenstelling tot zijn verwachtingen kreeg Price te horen dat er ook aan zijn loyaliteit aan de Zuidelijke zaak werd getwijfeld door de president. Met veel moeite kreeg Price uiteindelijk toestemming om, zonder zijn strijdmacht, terug te keren naar Missouri. Davis was zeker niet onder de indruk van Price en noemde hem “de meest ijdele man die ik ooit heb gezien”.

Arkansas en Louisiana:
Sterling Price bleef echter nog steeds aan als militair leider voor de Confederatie, ook na zijn nederlagen en het wantrouwen van de Zuidelijke president. In de zomer van 1863 was hij met name strijd aan het voeren tegen Noordelijke eenheden in Arkansas. Hoewel Price hier wel enkele veldslagen wist te winnen, zag hij geen kans de Federale bezetters uit de staat te verdrijven. In het begin van 1864 gaf generaal Edmund Kirby Smith, bevelhebber van de gehele campagne in Westelijk Louisiana, opdracht aan Price om al zijn infanterie naar Shreveport te sturen.

Edmund_Kirby_Smith Edmund Kirby Smith (1824 – 1893)

Smith liet ook andere generaals met hun troepen naar de regio opmarcheren. Zuidelijke troepen uit het Indian territorium dienden zich bij Price aan te sluiten. De Zuidelijke generaal John B. Magruder kreeg opdracht zijn infanterie naar Marshall, Texas, westelijk van Shreveport. Generaal St. John R. Liddell kreeg opdracht op te rukken naar Natchitoches. Op 24 maart 1864 kwam Price met 5000 manschappen aan in Shreveport. Smith besloot echte de eenheid van Price op te delen in 2 kleinere eenheden. Smith twijfelde inmiddels ook om de Zuidelijke strijdmacht naar het zuiden te sturen om de strijd aan te gaan met de Noordelijke generaal Nathaniel P. Banks.

Nathaniel_Prentice_Banks Nathaniel P. Banks (1816 – 1894)

Hoewel op dat moment de Zuidelijke luitenant-generaal Richard Taylor succesvol de strijd tegen Banks aanging in de Red River campagne, trok Smith vervolgens de helft van Taylor’s strijdmacht terug naar Arkansas.

Richard_Taylor Richard “Dick” Taylor (1826 – 1879)

Deze beslissing zou Taylor Smith zeer kwalijk nemen, doordat hij nu niet meer instaat was om de achtervolging in te zetten op Banks en deze te verslaan. Het zou de verhoudingen tussen Smith en Taylor zwaar bekoelen.

Price’s overval in Missouri:
Ondanks zijn teleurstellingen in Louisiana en Arkansas wist Price zijn superieuren te overtuigen hem toe te staan in de herfst van 1864 een invasie uit te voeren in Missouri. De invasie was tweeledig: Men hoopte de staat voor de Confederatie terug te winnen, maar zeker ook met goede overwinningen de herverkiezing van Abraham Lincoln te verstoren. Generaal Edmund Kirby Smith, ging akkoord met de invasie, maar was wel genoodzaakt alle infanteriebataljons uit zijn eenheid ergens anders heen te sturen. Hierdoor werd de grootschalig bedoelde invasie veranderd naar een overval door 12000 cavaleristen, ondersteund door 14 artillerie stukken.

Price route 1864

(Boven: de route van Price’s overval in Missouri, sept-okt 1864)

Tijdens de overval van Price in Missouri vonden de volgende veldslagen plaats:
Slag om Fort Davidson (27-9-1864)
De slachting bij Centralia (27-9-1864)
– Vierde slag bij Boonville (11-10-1864)
De Slag bij Glasgow, Missouri (15-10-1864)
– De Slag bij Sedalia (15-10-1864)
Tweede slag bij Lexington (19-10-1864)
De Slag bij Little Blue River (21-10-1864)
Tweede slag bij Independence (21 & 22 okt 1864)
De Slag bij Byram’s Ford (22 & 23 okt 1864)
De Slag bij Westport (23 okt 1864)
De Slag bij Marais des Cygnes (25 okt 1864)
De Slag bij Mine Creek (25 okt 1864)
De Slag bij Marmiton River (25 okt 1864)
Tweede slag bij Newtonia (28 okt 1864)

Tijdens de eerste grote confrontatie die Price had bij Pilot Knob, leidde dit tot de overname van Fort Davidson, maar ten koste van veel van zijn troepen. Hoewel deze eerste slag was gewonnen, bracht het geen echt grote militaire meerwaarde. Price verlegde zijn route vervolgens naar het Westen (weg van St. Louis – zijn hoofd doel) en ging richting Kansas-city, Missouri en naar Fort Leavenworth, Kansas. Price werd vervolgens gedwongen zijn 2e doel (Jefferson City) voorbij laten gaan vanwege de zware verdedigingen van de hoofdstad van Missouri. Daarna trok Price dwars door zijn thuis-staat en trof een spoor van vernielingen aan. Onderwijl slonk de sterkte van zijn invasiemacht ook gestaag door verliezen op het slagveld, ziektes en desertie. Hoewel Price succesvol grotere eenheden van de Unie wist te verslaan bij Glasgow, Lexington, de Little Blue River en Independence, werd hij langzaamaan door 2 Noordelijke legers omsingeld bij Westport. Er volgden zware gevechten tegen een overweldigende Noordelijke strijdmacht. Deze strijd zou later bekend worden als het “Gettysburg van het westen”.

Price werd eerst gedwongen zich terug te trekken in vijandig Kansas en er volgden nog een aantal Zuidelijke nederlagen. Vervolgens trok Price zich terug naar Arkansas en uiteindelijk zelfs tot in Texas. Hier verbleef Price tot het einde van de Amerikaanse burgeroorlog. Price’s invasie zou zijn laatste militaire actie zijn en uiteindelijk zelfs de laatste significante militaire operatie door de Confederatie ten westen van de Mississippi.

Een aantal van de veldslagen waar Price aan deelnam:
De Slag bij Carthage, Missouri (geen commando – Zuidelijke overwinning)
De Slag bij Wilson’s Creek, Missouri (commandant – Zuidelijke overwinning)
De Eerste slag bij Lexington, Missouri (commandant – Zuidelijke overwinning)
De Slag bij Pea Ridge, Arkansas (geen commando – Zuidelijke nederlaag)
De Slag bij Iuka, Mississippi (commandant – Zuidelijke nederlaag)
De Tweede slag bij Corinth, Mississippi (geen commando – Zuidelijke nederlaag)
De Slag bij Helena, Arkansas (geen commando – Zuidelijke nederlaag)
De Little Rock Campagne, Arkansas (commandant – Zuidelijke nederlaag)
De Slag bij Prairie D’Ane, Arkansas (commandant – Zuidelijke nederlaag)
De Slag bij Pilot Knob, Missouri (commandant – won fort tegen hoge prijs)
De Slag bij Glasgow, Missouri (overall, maar niet op slagveld – Zuidelijke overwinning)
De Slag bij Little Blue River, Missouri (commandant – Zuidelijke overwinning)
– De Tweede slag bij Independence, Missouri (commandant – Zuidelijke overwinning)
De Slag bij Westport, Missouri (commandant – Zuidelijke nederlaag)
De Slag bij Mine Creek, Kansas (commandant – Zuidelijke nederlaag)

Na de oorlog:
In plaats van zich over te geven, verkoos Price een vlucht naar Mexico waar hij zijn diensten aanbood aan de daar toen regerende keizer Maximillian. Price werd leider van een kolonie in Carlota, Veracruz, maar de kolonie en de samenwerking met de Mexicanen bleek uiteindelijk een slechte keus en Price keerde terug naar Missouri.

In Mexico had Price al last van darmklachten en daar kwam hij ook mee aan in Missouri. In augustus 1866 werden de klachten erger en kreeg Price ook nog Tyfus. Met een zeer zwak gestel stierf hij uiteindelijk op 29 september 1867 aan waarschijnlijk Cholera. Zijn overlijdenscertificaat beschreef “chronische diarree”. Zijn uitvaart was op 3 oktober 1867 in St. Louis en was tot dan de grootste uitvaart ooit in de regio.

De CSS/USS General Sterling Price:
Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog werd er ook een houten rivierboot in de vaart genomen door de Confederatie.

USSSterlingPrice

De in 1856 gebouwde boot, Laurent Milaudon, werd omgedoopt tot “General Sterling Price” en zou nog deelnemen aan de Slag bij Plum Point Bend op 10 mei 1862 waarbij ze 2 Noordelijke kanonneerboten wist te beschadigen. Tijdens de Eerste slag bij Memphis werd de CSS Sterling Price gekelderd. Vervolgens werd het schip gedregd, opgeknapt en door de Unie ingezet als de USS General Price. Als een schip in dienst van d Unie diende het nog in Vicksburg en tijdens de Red River Campagne. Na de oorlog werd het schip verkocht voor civiele doeleinden.

Geplaatst in 09 - september, Zuidelijke Generaals | Een reactie plaatsen

Julia Laura Jackson

Stonewall Jackson's dochter02

Julia Laura Jackson (23-11-1862 – 30-08-1889) was de dochter van de zeer bekende Zuidelijke generaal ‘Stonewall’ Jackson. Ze werd geboren kort voordat haar vader door eigen vuur in combinatie met een longontsteking zou overlijden (10 mei 1863).

Haar ouders:
Julia Laura Jackson was de dochter van Thomas ‘Stonewall’ Jackson en Mary Anna Morrison Jackson. Haar vader was al eens eerder getrouwd geweest, met Elinor Junkin. Met deze vrouw kreeg haar vader op 22 februari 1854 een zoon, die echter samen met zijn moeder stierf tijdens de geboorte.

Haar vader hertrouwde in 1857 met Mary Anna Morrison. Op 28 februari 1858 kreeg het stel hun eerste dochter, Mary Graham Jackson, maar het meisje stierf 3 maanden later op 25 mei 1858.

Op 23 november 1862, net vóór de Slag bij Fredricksburg, werd hun 2e dochter geboren, Julia Laura Jackson.

Stonewall Jackson's dochter01 Julia als klein meisje

Haar vader, de beroemde Zuidelijke generaal Thomas ‘Stonewall’ Jackson mocht echter maar kort genieten van haar geboorte. Op 2 mei 1863 werd hij door eigen vuur getroffen tijdens de Slag bij Chancellorsville en zou hij 8 dagen later sterven aan een opgelopen longontsteking.

Na de dood van Stonewall Jackson:
Anna Jackson is na de dood van haar echtgenoot nooit meer hertrouwd. Toen haar man was overleden, trok ze eerst bij haar vader in, in Cottage Home, totdat ze in 1873 verhuisde naar Charlotte, waar Julia haar opleiding voltooide.

Mary Anna Jackson en JuliaAnna Jackson met dochter Julia

Julia groeide zeker op in de wetenschap wie haar vader was geweest, getuige onderstaande foto met een medaille met Confederate Battle Flag:

Julia 12 jaar 1875 150 12-jarige Julia in 1875

Als dochter van een beroemde vader heeft men aardig wat foto’s van haar gemaakt, zoals:

Julia als meisje

Maar ook van haar tienerjaren zijn er afbeeldingen bewaard gebleven, zoals deze:

Julia als tiener

In 1885 trouwde Julia met William Edmund Christian (1856 – 1936), met wie ze samen 2 kinderen kreeg. Julia Jackson stierf 4 jaar later aan tyfus, 26 jaar oud.

Julia Jackson ligt begraven in een familiegraf met haar ouders, haar half-broertje, haar zusje en haar echtgenoot.

Haar kinderen:
Julia Jackson kreeg 2 kinderen:
– Julia Jackson Christian Preston (1887 – 1991)
– Thomas Jonathan Jackson Christian (1888 – 1952)

Julia Laura Jackson Julia Jackson als volwassen vrouw

Julia’s dochter Julia zou nog een zoon krijgen, Edmund Randolph Preston, Jr (1923 – 1988) die diende in de 2e Wereldoorlog, Korea en Vietnam. Zover bekend kreeg deze achterkleinzoon van ‘Stonewall’ Jackson geen kinderen.

Julia’s zoon Thomas zou brigade-generaal worden in het Amerikaanse leger. Thomas zou een zoon krijgen die kolonel werd bij de Amerikaanse luchtmacht. Deze achterkleinzoon van ‘Stonewall’ Jackson zou in 1944 tijdens de 2e Wereldoorlog worden neergeschoten boven Frankrijk. Zijn lichaam werd niet terug gevonden.

(source most pictures: findagrave)

Geplaatst in 08 - augustus, 11 - november, 1862, niet-militairen | 1 reactie

Maudie Hopkins

Maudie_Hopkins

Maudie Hopkins (7-12-1914 – 17-8-2008) was, zover bekend, de langst levende weduwe van iemand die gehuwd was met een militair (Zuidelijke soldaat) uit de Amerikaanse burgeroorlog.

Haar leven met William M. Cantrell:
Ze werd geboren als Maudie Cecilia Acklin in Baxter County, Arkansas. Op 2 februari 1934 trad Maudie op 19-jarige leeftijd in het huwelijk met de 86-jarige William M. Cantrell.

maudie-hopkins Huwelijksfoto van Maudie met Cantrell

Deze Cantrell was een veteraan uit de Amerikaanse burgeroorlog, die gediend had in het leger van de Confederatie. William M. Cantrell (1847 – 1937) had zich op 16-jarige leeftijd aangesloten bij het infanterie regiment van Virginia dat onder bevel stond van de Zuidelijke generaal Samuel G. French.

Samuel_Gibbs_French Samuel G. French (1818 – 1910)

Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog werd William Cantrell in 1863 krijgsgevangen genomen, maar kwam later vrij bij een gevangenenruil.

Maudie was Cantrell’s 2e vrouw. Hij was eerder getrouwd geweest met Matilda McFall.

Matilda links Matilda McFall Cantrell (1844 – 1929)

Na hun huwelijk onderhield William Cantrell zijn 2e vrouw Maudie met zijn pensioentje van $25,- iedere 2 à 3 maanden. Maudie erfde na Cantrell’s overlijden diens woning. Ze ontving echter geen nabestaandenpensioen en het huwelijk tussen William M. Cantrell en Maudie was kinderloos.

Nadien:
Na de dood van haar eerste man trouwde Maudie nog 3 keer en kreeg in totaal 3 kinderen.

Na onderzoek van verschillende instanties ontdekte men Maudie Hopkins als laatst levende weduwe van een Zuidelijke militair uit de Amerikaanse burgeroorlog. Lang heeft men namelijk gedacht dat Alberta Martin (1906 – 2004) de langst levende weduwe zou zijn van een Zuidelijke soldaat, maar met name door onderzoek door de instantie “United Daughters of the Confederacy” werd Maudie Hopkins gevonden.

Maudie Hopkins 2004 Maudie Hopkins 2004

Wellicht zijn er nog andere weduwes van Zuidelijke militairen (er wordt gedacht aan twee: 1 in Tennessee en 1 in North Carolina) maar deze dames zouden anoniem willen blijven, waardoor Alberta Martin, uit wiens huwelijk wel kinderen kwamen en Maudie Hopkins de laatste officiële weduwvrouwen zijn van Zuidelijke militairen.

Maudie Hopkins overleed op 17 augustus 2008 in een verzorgingstehuis in Lexa, Arkansas, 93 jaar oud.

Haar tegenhanger als langstlevende weduwe van een Noordelijke militair was Gertrude Janeway (1909 – 2003)

(source most pictures: findagrave.com)

Geplaatst in 08 - augustus, 12 - december, Confedarete - niet Generaal, niet-militairen | Een reactie plaatsen

George Gordon

George_Washington_Gordon

George Washington Gordon (05-10-1836 – 09-08-1911) was een Zuidelijk generaal tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Na de oorlog zat Gordon in rechten in Pulaski, Tennessee waar ook de Ku Klux Klan werd opgericht. George Gordon werd 1 van de eerste leden. In 1867 werd hij Grand Dragon van het departement van de Klan in Tennessee. Gordon schreef het “Percept”, een boek waarin de organisatie, de doelstellingen en de regels van de Ku Kux Klan werden beschreven. Daarnaast zat George Gordon als democraat in de politiek.

Voor de oorlog:
George Washington Gordon werd in 1836 geboren in Pulaski, Tennessee. Zijn ouders waren Andrew Gordon en Eliza K. Gordon. Hij groeide o.a. op in Mississippi en Texas.

George Gordon studeerde aan het Western Military Institute in Nashville, Tennessee waar hij in 1859 afstudeerde. Nadien kreeg hij een baan bij de spoorwegen, bij de Nashville & Northwestern Railway.

Tijdens de oorlog:
Toen de Amerikaanse burgeroorlog in 1861 uitbrak, nam George Gordon dienst in het leger van de Confederatie. Hij werd aangesteld als drillmaster van het 11e regiment Infanterie van Tennessee. In november 1862 werd Gordon benoemd tot kolonel van het regiment.

In augustus 1864 werd George Gordon bevorderd tot brigade-generaal en met 27 jaar was hij 1 van de jongste generaals in het Zuidelijke leger.

Op 30 november 1864 leidde Gordon een brigade in de divisie van generaal-majoor John C. Brown tijdens de Slag bij Franklin.

JCBrown John C. Brown (1827 – 1889)

Tijdens deze slag raakte George Gordon gewond en werd hij gevangen genomen. In deze veldslag tussen het Noordelijke leger “Army of the Ohio”, onder John M. Schofield en het Zuidelijke leger “Army of Tennessee”, onder John Bell Hood werd door de Unie gewonnen. De meeste slachtoffers uit Gordon’s brigade, die hij in de strijd had geleid, liggen begraven in de begraafplaats voor Zuidelijke soldaten “McGavock Confederate Cemetery” in Franklin, Tennessee.

begraafplaats McGavock

(McGavock Confederate Cemetery, met ongeveer 1500 doden)

Na de oorlog:
Nadat de oorlog was afgelopen, pakte George Gordon een studie rechten op en voerde zijn werkzaamheden uit in Memphis, Tennessee tot 1883. Hij pakte ook een baan op als commissaris van de Spoorwegen van Tennessee. Tussen 1885 en 1889 was Gordon Speciaal agent voor indianen zaken in Arizona en Nevada. Nadien keerde hij weer terug naar Memphis, Tennessee waar hij wederom als advocaat aan het werk ging. Van 1889 tot 1907 werd Gordon toezichthouder op het onderwijs in Memphis, Tennessee. Daarnaast zat hij van 1907 tot zijn dood in 1911 in het huis van afgevaardigden.

De Ku Klux Klan:
De Ku Kux Klan (KKK) werd in 1866 opgericht door Zuidelijke veteranen in Pulaski, Tennessee en zou zou zich snel uitbreiden binnen de staat en daarbuiten. George Gorden was één van de eerste leden en er wordt zelfs gedacht dat hij één van de oprichters zou kunnen zijn.

Er schijnt een verklaring bewaard gebleven te zijn waarin wordt gezegd dat Gordon een ontmoeting had met oud-generaal Nathan Bedford Forrest, waarin hij hem vertelde over de Klan.

NathanBedfordForrest Nathan Bedford Forrest (1821 – 1877)

Forrest zou hierop gereageerd hebben met de woorden: “Dat is een goede zaak, een verdomd goede zaak. We kunnen die Klan gebruiken om de nikkers op hun plaats te zetten“. (vrij vertaald) Forrest zou later, in 1867, de nationale leider van de Klan worden, de Grand Wizard. Twee jaar later trok Forrest zich echter terug uit de organisatie vanwege het excessieve geweld, uitgevoerd door leden van de Klan.

Geplaatst in 03 - maart, 08 - augustus, Zuidelijke Generaals | Een reactie plaatsen

Maxcy Gregg

Maxcy_Gregg

Maxcy Gregg (01-08-1814 – 15-12-1862) was een advocaat, militair in het Amerikaanse leger tijdens de oorlog tegen Mexico en Brigade-generaal in het leger van de Confederatie (het Zuiden) tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Tijdens de Slag bij Fredericksburg raakte hij dodelijk gewond en overleed 2 dagen later.

Voor de oorlog:
Maxcy Gregg werd geboren in Columbia, South Carolina. Gregg was de achterkleinzoon van Esek Hopkins (1718 – 1802), de commandant van de koloniale Marine tijdens de Amerikaanse revolutie, ook wel bekend als de Amerikaanse onafhankelijkheids-oorlog. Gregg was tevens een kleinzoon van Jonathan Maxcy, de eerste president van de Universiteit van South Carolina, waar Gregg later zelf ook heen zou gaan en als beste van zijn klas zou slagen. Maxcy Gregg zou afstuderen op astronomie, plantkunde, ornithologie en verschillende talen. Gregg zou later ook zijn eigen sterrenwacht beheren.

In 1839 werd Maxcy Gregg toegelaten tot het rechtssysteem van South Carolina en praktiseerde hij samen met zijn vader als advocaat. Gregg was een zeer gerespecteerd lid binnen de hogere kringen van Columbia.

Zijn eerste militaire ervaring deed Maxcy Gregg op in de oorlog tegen Mexico (1846 – 1848). Hij werd majoor in het 12e Amerikaanse infanterie regiment, maar zou niet echt deelnemen aan de grotere veldslagen in die oorlog.

Maxcy Gregg was zijn hele leven een groot voorstander van de ‘States Rights’ en lid van de “Fire-eaters” (Zuidelijke voorstanders van de slavernij en de belangrijkste groep die zich wilde afscheiden van de Unie om een nieuwe natie op te richten). Gregg was lid van de commissie die in 1860 besloot dat South Carolina zich als eerste staat zou afscheiden van de Unie.

Maxcy Gregg is altijd vrijgezel gebleven.

Tijdens de oorlog:
Nadat South Carolina zich had afgescheiden van de Unie op 20 december 1860, begon Maxcy Gregg met de oprichting van het 1e South Carolina infanterie regiment.

Maxcy_Gregg Maxcy Gregg

Gregg werd na de oprichting van het regiment aangesteld als haar eerste commandant in de rang van kolonel. Vervolgens werd hij aangesteld als brigade-commandant in de zgn. Light Division van A.P. Hill en kreeg Maxcy Gregg de rang van brigade-generaal. Gregg’s brigade speelde een prominente rol tijdens de Slag bij Gaines’ Mill.

Maxcy Gregg werd vooral bekend na het optreden van zijn brigade in de Tweede Slag bij Bull Run, toen zijn troepen zes Noordelijke aanvallen wisten af te slaan. Gregg diende daarna in de Maryland campagne van Robert E. Lee (september 1862). Gregg raakte daarbij in de Slag bij Antietam gewond in zijn dij door dezelfde kogel die brigade-generaal Lawrence O’Bryan Branch had gedood.

Lawrence_Branch Lawrence O’Bryan Branch (1820 – 1862)

Zijn dood:
Tijdens de Slag bij Fredericksburg in december 1862 was de eenheid van A.P. Hill gepositioneerd op de rechterflank van het Zuidelijke leger, langs een heuvelrug. Het was echter een zeer slechte plek: in zijn frontlijn bevond zich een gat van 600 meter door de moerassige grond; de dichtstbijzijnde brug was zeker 400 meter verder weg en de dichte begroeiing bemoeilijkte het zicht dusdanig dat het bijna onmogelijk was om een nadering van Noordelijke soldaten waar te nemen. Tijdens de slag werd Hill’s positie aangevallen door zeker 2 brigades van de Noordelijke generaal-majoor George Meade.

Tijdens deze Noordelijke aanvallen zag Maxcy Gregg per abuis een aanvallende brigade van de Unie aan voor een zich terugtrekkende Zuidelijke eenheid. Gregg werd in de rug geschoten en raakte verlamd vanaf zijn middel naar beneden. Maxcy Gregg stierf 2 dagen later aan zijn verwondingen, waarbij hij op zijn sterfbed zei: “Ik heb een goed leven gehad, waarbij het vooral in het teken stond van de onafhankelijkheid van South Carolina” (red.: vrij vertaald).

Het dodental in Hill’s divisie bedroeg uiteindelijk het 2/3e deel van het totale aantal slachtoffers in het korps onder bevel van Jackson, waaronder dus Maxcy Gregg.

Maxcy Gregg heeft o.a. deelgenomen aan de volgende veldslagen:
Slag bij Fort Sumter
Tweede Slag bij Bull Run (Tweede Slag bij Manassas)
De Zevendagenslag
Slag bij Antietam
– De Slag bij Fredericksburg, waar hij uiteindelijk overleed op 15-12-1862

Geplaatst in 08 - augustus, 12 - december, 1862, Army of Northern Virginia, Zuidelijke Generaals | Een reactie plaatsen

Andrew Johnson

President_Andrew_Johnson

Andrew Johnson (29 december 1808 – 31 juli 1875) was de zeventiende president van de Verenigde Staten (1865–1869). Daarvoor in 1864 was hij vicepresident onder Abraham Lincoln tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Na diens dood op 15 april 1865 werd hij president.

Vóór zijn presidentschap:
Andrew Johnson werd geboren in Raleigh (North Carolina) en was autodidact. Hij verhuisde in 1826 naar Tennessee, waar hij werkzaam was als kleermaker. Hij was wethouder in Greeneville van 1828 tot 1830 en van 1834 tot 1838 burgemeester. Van 1835 tot 1837 en van 1839 tot 1841 was hij lid van het Huis van Afgevaardigden van Tennessee. In 1841 werd hij als Democraat gekozen in het Congres, waarvan hij van 4 maart 1843 tot 3 maart 1853 lid was. Hij ambieerde geen volgende termijn en werd gouverneur van Tennessee, een functie die hij tot 1857 bekleedde. Daarna was hij van 8 oktober 1857 tot 4 maart 1862 lid van de Senaat.

In 1864 koos de Republikein Abraham Lincoln hem als vicepresident. Hij werd op 4 maart 1865 beëdigd. Na de moord op Lincoln, op 15 april 1865, volgde hij hem als president op.

Als president:
Johnson regeerde in de periode van de Reconstruction, de periode na de Amerikaanse Burgeroorlog, waarbij de zuidelijke slavenstaten weer bij de Unie betrokken werden. Hij zette het beleid dat Lincoln had ingezet voort, maar wilde de staten met de slavendrijvers veel sneller weer toelaten. Dit werd echter structureel tegengewerkt door het Congres, dat gedomineerd werd door de Republikeinen. Het congres wilde eerst garanties met betrekking tot de burgerrechten van de zwarte bevolking voordat ze de staten toelieten. Met het congres lag hij voortdurend in de clinch. Doordat hij het congres bekritiseerde, werd dit alleen maar erger. Het Huis van Afgevaardigden zette uiteindelijk een afzettingsprocedure in gang omdat Johnson in strijd met de grondwet een minister had ontslagen. De procedure haalde het niet, men kwam één stem tekort. Johnson ging echter met pensioen aan het einde van zijn termijn, op 4 maart 1869. Hij was de eerste president tegen wie een afzettingsprocedure werd gestart tot Bill Clinton op 19 december 1998. Kanttekening hierbij is het Watergateschandaal in 1974. Hierbij werd ook tegen Richard Nixon een impeachment gestart, maar hij trad af voor de eerste hoorzittingen begonnen waren.

Nadien:
Na zijn presidentschap nam Johnson deel aan verkiezingen van de Senaat (1869) en het Huis van Afgevaardigden (1872), die hij beide verloor. Op 4 maart 1875 werd hij alsnog gekozen in de Senaat en hij diende tot zijn dood op 31 juli 1875. Hij stierf op 66-jarige leeftijd in het huis van zijn dochter.

Geplaatst in 07 - juli, 12 - december, Federal - niet Generaal, Leiders, Leiders, niet-militairen, niet-militairen | Een reactie plaatsen

Virgil Earp

VirgilEarp

Virgil Walter Earp (18 juli 1843 – 19 oktober 1905), de oudere broer van Wyatt en Morgan Earp, was een veteraan uit de Amerikaanse Burgeroorlog en de U.S. Marshall (een politiefunctionaris van de federale overheid) voor het zuidoostelijke deel van het Arizona-territorium en de stad Tombstone tijdens het vuurgevecht bij de O.K. Corral in 1881.

Twee maanden na het schietincident overvielen criminelen Earp in Tombstone, waardoor hij zijn linkerarm verloor. Nadat zijn broer Morgan werd vermoord in maart 1882, verhuisde hij naar zijn ouders in Colton (Californië). Uiteindelijk werd hij sheriff in Esmeralda County (Nevada). Hier stierf hij in 1905 aan een longontsteking.

Voor de oorlog:
Virgil Earp werd geboren, als 2e zoon van Nicholas Earp en Virginia Ann Cooksey, in Hartford Kentucky.

Nicholas-porter-earp Nicholas Porter Earp, vader (1813 – 1907)

Naast Virgil kregen de Earp’s nog 4 zoons, zoals de bekende gerechtsdienaars Wyatt en Morgan, die ook deelnamen aan het bekendste schieticident uit het Wilde Westen: Gunfight at the O.K. Coral (1881). De andere 2, minder bekende broers waren James en Warren Earp.

Wyatt-earp-mother Virgil’s moeder met zijn jongere broer Wyatt

Virgil had ook nog 3 zussen: Martha Elizabeth, Virginia Ann en Adelia Douglas. Virginia Ann Cooksey was de tweede vrouw van Nicholas Porter Earp. Uit een eerder huwelijk had hij nog 2 kinderen, namelijk Newton Jasper Earp (die ook voor de Unie zou vechten) en een dochter Mariah Ann Earp die echter als baby al stierf, 2 maanden na haar moeder Abigail Storm.

Virgil Earp’s huwelijk met Ellen Rysdam:
In februari 1860, toen de 16-jarige Virgil Earp in Pella (Iowa) leefde, scharrelde hij met een uit Nederland afkomstige immigrante, Magdalena C. “Ellen” Rysdam (Utrecht, 1842 – Oregon 1910). Er zijn verschillende berichten over het huwelijk dat de 2 zouden hebben gehad. Eén daarvan gaat dat het stel hun huwelijk stiel hield tot Ellen op het punt stond hun eerste kind op de wereld te zetten. Toen Ellen’s ouders, Gerrit Rysdam en Magdalena Catrina Van Velzen, vernamen dat hun dochter getrouwd was met Virgil Earp, waren ze furieus. Hun dochter had zullen trouwen met een Nederlander. Daarnaast vond Vigil’s vader Nicholas dat zijn zoon te jong was voor een huwelijk.

Ondanks de weerstand van zijn vader en haar ouders bleven Virgil en Ellen bij elkaar. Op 26 juli 1861 meldde de toen 18-jaar oude Virgil zich aan voor het leger van de Unie. In 1862 werd er een dochterje geboren, Nellie Jane. Op 21 september 1862 telende Virgil Earp een 3-jarig vrijwilligers contract bij het 83ste infanterie regiment Illinois.

Tijdens de oorlog:
Virgil Earp nam in 1861 dienst in het leger van de Unie, net als zijn vader en zijn halfbroer Newton en zijn oudste volle broer, James. Ook Virgil’s 13-jarie broertje Wyatt probeerde te dienen in het leger van de Unie en liep vaak van huis af, maar werd telkens door zijn vader gevonden en weer naar huis gebracht. Virgil’s vader diende als rekruteringsofficier. Zijn halfbroer Newton diende de gehele oorlog en zou bevorderd worden tot sergeant. Zijn broer James diende maar 5 maanden toen deze zwaar gewond raakte in een slag op 31 oktober 1861 bij Frederickstown. James kon daarna zijn linkerarm niet meer gebruiken en werd in 1863 eervol uit het leger van de Unie ontslagen.

James_Earp_c1880 James Earp (1841 – 1926)

Virgil Earp diende met name bij het 83ste infanterie regiment Illinois. In 1863 werd hij tijdens garnizoensdienst in Tennessee bestraft voor een klein vergrijp en moest als straf 2 maandlonen betalen.

In februari 1863 was Virgil Earp betrokken met zijn regiment in de Slag bij Dover. Hoewel een Noordelijke overwinning, was het toch een zware strijd. Toen Earp’s eenheid ook in de zomer actief was in de oorlog, vertelde Ellen’s vader dat Virgil was omgekomen. In het begin van 1864 trouwde Ellen met de Nederlandse immigrant John van Rossum en verhuisde naar Oregon.

Toen Virgil Earp op 26 juni 1865 eervol was ontslagen uit het leger van de Unie, keerde hij naar huis terug maar kon zijn vrouw en dochter niet vinden.

Na de oorlog:
Virgil Earp’s familie was ook verhuisd en Virgil pakte zelf eerst werk op als hulp op een boerderij in Iowa. Later zou hij zijn familie volgen naar Missouri. In 1870 leerde Virgil Earp daar de geïmmigreerde Française Rosella Dragoo kennen en het stel werd door Nicholas Earp op 28 augustus 1870 getrouwd. Er zijn echter verder geen gegevens over dit huwelijk.

In 1874 leerde Virgil Earp Alvira “Allie” Sullivan kennen en hoewel het paar nooit zou trouwen, bleef Allie tot Earp’s dood bij hem.

Allie_Packingham_Sullivan_Earp_60 Alvira “Allie” Sullivan (1849 – 1947)

Virgil zou veel met zijn broers Wyatt en Morgan optrekken en daarbij verschillende functies hebben als handhaver van de wet. In 1879 werd Virgil aangesteld als Deputy U.S. Marshall in Tombstone. Toen op 31 oktober de Marshall, Fred White, werd doodgeschoten werd Virgil aangesteld als de nieuwe Marshall. Na meerdere conflicten in zowel een verkiezingsstrijd als ook confrontaties met cowboys, stelde Virgil onder andere zijn broers Morgan en Wyatt aan als Deputy Marshall.

Wyatt_Earp_portrait Wyatt Earp (1848 – 1929)

Een confrontatie en bedreigingen van outlaw cowboys zou op 26 oktober 1881 leidden tot één van de bekendste gevechten uit het “oude westen”: Gunfight at the O.K. Corral.

Gunfight at the O.K. Corral:
De langdurige vete tussen de Cowboys Billy Claiborne, Ike en Billy Clanton, Tom en Frank McLaury enerzijds en de Marshal van Tombstone Virgil Earp, Deputy Morgan Earp, Deputy Wyatt Earp en tijdelijk agent Doc Holliday anderzijds zou worden beslecht op 26 oktober 1881. Het gevecht zou uiteindelijk 30 seconden duren waarbij Billy Clanton en de gebroeders McLaury werden doodgeschoten. Ike Clayton, die meerdere bedreigingen aan het adres van de Earps had geuit, beweerde ongewapend te zijn vluchtte samen met Billy Claiborne. Aan de andere zijde waren de broers Virgil en Morgan Earp gewond geraakt, net als Doc Holliday.

Doc_HollidayatAge20 Doc Holliday (1851 – 1887)

Hoewel dit vuurgevecht eerst niet bekend werd bij het grote publiek, zou later Wyatt Earp onterecht worden aangewezen als de leidende gerechtsman. Wyatt was echter de Deputy van zijn broer Virgil. Daarnaast was Virgil veel meer ervaren als gerechtsdienaar en met vuurgevechten, gezien zijn verleden in de Amerikaanse burgeroorlog. Hun broer Morgan was daarvoor zelfs nooit betrokken geweest bij een vuurgevecht. Tijdens het vuurgevecht hadden de tegenstanders nog geen 3 meter van elkaar gestaan.

Na dit vuurgevecht was de vete tussen de Earps en outlaw cowboys nog niet afgelopen. Tijdens een potje biljart op 18 maart 1882 werd Morgan Earp doodgeschoten vanuit een hinderlaag, waar zijn broer Wyatt bij aanwezig was.

MorganEarp Morgan Earp (1851 – 1882)

Virgil zou lastig herstellen van zijn verwondingen ook regelmatig bedreigd worden. Ondanks het feit dat hij zijn linkerarm niet meer kon gebruiken, kreeg hij nog banen bij de spoorwegen en werd hij zelfs in 1887 aangesteld als Marshall van Colton.

Op aandringen van zijn levenspartner Alvira “Allie” Sullivan zocht Virgil Earp in 1898 zijn eerste vrouw Ellen en hun wederzijdse dochter op. In 1899 zag Virgil zijn dochter voor het eerst na hun scheiding in 1863. In 1905 overleed Virgil Earp op 62-jarige leeftijd.

Virgil_Earp_-_Headstone

Geplaatst in 07 - juli, 10 - oktober, Federal - niet Generaal, militair (niet generaal) Noord | Een reactie plaatsen