Richard S. Ewell

Richard_S_Ewell

Richard Stoddert Ewell (8 februari 1817 – 25 januari 1872) was een beroepsofficier in het leger van Verenigde Staten en een generaal in het leger van de Geconfedereerde staten (CSA) tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Hij is beroemd geworden als senior commandant onder Stonewall Jackson en Robert E. Lee en vocht effectief door een groot deel van de oorlog, maar zijn erfenis is vertroebeld door controverses over zijn acties bij de Slag bij Gettysburg en in de Slag bij Spotsylvania Court House.

Voor de oorlog: Ewell was de kleinzoon van Benjamin Stoddert, de eerste Amerikaanse minister van Marine. In 1840 slaagde hij op West Point en werd vervolgens ingedeeld bij de 1e U.S. Dragonders (bereden infanterie). In de Mexikaans-Amerikaanse oorlog werd hij bevorderd tot kapitein voor bewezen moed tijdens de Slag bij Contreras en de Slag bij Churubusco. Tijdens de Slag bij Contreras ontmoette hij kapitein Robert E. Lee, zijn toekomstig commandant.

In 1859 raakte Ewell gewond tijdens een gevecht met de Apache onder leiding van Cochise.

Tijdens de oorlog: Toen de natie op een burgeroorlog afstevende was Ewell eigenlijk pro-Unie, maar toen zijn geboortestaat Virginia zich afscheidde, nam Ewell ontslag uit het leger van de Unie op 7 mei 1861 en sloot zich aan bij het beroepsleger van Virginia. Hij werd benoemd tot kolonel van de cavalerie op 9 mei en was een van de eerste hogere officieren die gewond raakte in de oorlog, op een 31 mei tijdens een gevecht bij Fairfax Court House. Op 17 juni 1861 werd Ewell bevorderd tot Brigade-Generaal en kreeg het bevel over een brigade tijdens de Eerste Slag bij Bull Run, maar zag weinig actie.

Op 24 juni 1862 werd Ewell bevorderd tot Majoor-Generaal en diende onder ‘Stonewall’ Jackson tijdens de Valley campagne terwijl hij het commando had over een divisie. Hij vocht mee in verschillende veldslagen, maar raakte gewond tijdens de Slag bij Grovetown op 29 augustus 1862, waarbij zijn linkeronderbeen moest worden geamputeerd. Tijdens zijn herstel, trouwde hij met zijn verpleegster, die tevens zijn volle nicht was, op 26 mei 1863.

Toen hij terugkeerde naar het leger was dat tijdens de Slag bij Chancellorsville. Na het overlijden van ‘Stonewall’ Jackson werd Ewell bevorderd tot Luitenant-Generaal en kreeg hij het bevel over het 2e korps. Omdat hij een dag eerder was bevorderd dan A.P. Hill, was Ewell de derde generaal van het Zuidelijke leger geworden, onder Lee en Longstreet.

Tijdens de Gettysburg campagne was het optreden van Ewell prima. Hij raakte gewond tijdens de Tweede Slag van Winchester. Tijdens de invasie van Pennsylvania leidde zijn korps de tocht naar de hoofdstad van de staat, toen zijn korps werd teruggeroepen door Lee om zich te concentreren rond Gettysbug. Ewell’s korps liep tegen het XI en I korps van de Unie en joeg hen door de stad in dwong ze posities in te nemen ter hoogte van Cemetery Hill, ten zuiden van de stad. Lee was zelf net aangekomen in Gettysburg en zag het strategisch belang van deze heuvel. Hij vroeg Ewell dringend om te overwegen de Noordelijke stellingen aan te vallen, “indien uitvoerbaar”. Maar Ewell besloot om niet aan te vallen. Toen werd voor het eerst gerefereerd naar Jackson, die wel aangevallen zou hebben.

Er waren meerdere redenen voor Ewell om niet aan te vallen, zoals vermoeide troepen, geen steun van Hill (geweigerd door Lee) en de dreiging van een flank aanval door nieuw aangekomen Unietroepen. Ook Jubal A. Early, majoor-generaal onder Ewell, onderschreef de beslissing van zijn meerdere. Er wordt echter door verschillende historici beweerd dat Ewell’s passieve houding de inleiding was voor het verlies van de Geconfedereerde troepen, omdat anders het slagveld er op dag 2 heel anders zou hebben uitgezien als Ewell de aanval wel zou hebben ingezet op 1 juli. Toen zijn korps op 2 en 3 juli de posities wel aanviel, waren de Noordelijke posities verstevigd en de troepenmacht van de Unie veel sterker dan op de eerste dag. Dit kostte veel Zuidelijke soldaten het leven. Op 3 juli raakte Ewell wederom gewond, dit keer echter aan zijn houten been.

In de Slag van Spotsylvania Court House voelde Lee zich op 12 mei gedwongen om zelf de verdediging van ‘Mule Shoe’ opzich te nemen vanwege de besluiteloosheid en inactiviteit van Ewell. Op een gegeven moment begon Ewell hysterisch uit te vallen tegen enkele van zijn vluchtende soldaten en sloeg ze over de rug met zijn zwaard. Lee sprak zijn korpscommandant scherp aan: ‘Generaal Ewell, je moet jezelf beheersen, want hoe kun je iets verwachten van deze mannen wanneer je jezelf niet meer onder controle hebt? Als je dat niet kan onderdrukken, kun je beter met pensioen gaan.’ Uiteindelijk haalde Lee Generaal Ewell uit zijn commando als korpscommandant en werd Ewell aangesteld als garnizoenscommandant van het district Richmond. Tijdens deze periode heeft een brand een derde van de stad verwoest. Oorzaak is niet bekend, maar uiteraard was Ewell wel verantwoordelijk.

Na de oorlog werkte Ewell als Herenboer. Hij schreef het boek “The making of a soldier” dat postuum in 1935 werd gepubliceerd.

Dit bericht werd geplaatst in 01 - januari, 02 - februari, Army of Northern Virginia, Gettysburg, West Point - U.S.M.A., Zuidelijke Generaals. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie