Slachting bij Centralia

Slachting bij Centralia 27-9-1864

De Slachting bij Centralia, Missouri vond plaats op 27 september 1864 tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Tijdens deze slachting werden 22 ongewapende en gevangengenomen soldaten van de Unie geëxecuteerd door guerrilla’s van het Zuiden onder leiding van William T. Anderson. Onder de Zuidelijke guerrilla’s was ook de bekende outlaw Jesse James.

kaart Centralia

(Bij de rode marker Centralia, Missouri)

Na de slachting volgde er een gevecht tussen de Zuidelijke guerrilla’s en gewapende troepen van de Unie. Hierbij verloren 123 Noordelijke cavaleristen het leven in de strijd.

Achtergronden:
In het najaar van 1864 hadden de Zuidelijke staten een achterstand opgelopen in hun positie tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Om de burgers in het Noorden op andere gedachten te brengen en de herverkiezing van Abraham Lincoln als president te dwarsbomen, werd een invasie ingezet in het Noordelijke deel van Missouri. Deze invasie werd geleid door de Zuidelijke generaal-majoor Sterling Price.

Sterling_Price Sterling Price (1809 – 1867)

Price had de opdracht om St. Louis te veroveren en Jefferson City. Om de andere doelen te ondersteunen, stimuleerde Price de inzet van Zuidelijke guerrilla-acties, waarbij zij vooral het Noordelijke spoorwegnetwerk moesten verstoren. William T. “Bloody Bill” Anderson nam deel aan dit soort acties.

Bloody-bill-anderson “Bloody Bill” Anderson (1840 – 1864)

Op 23 september 1864 raakten de Zuidelijke guerrilla’s van Anderson verwikkelt in een gevecht bij Boon County, Missouri. De Bushwhackers wisten 11 Federale soldaten te doden, net als 3 zwarte burgers. De Noordelijke troepen wisten de volgende dag in een counteraanval 6 man van Anderson gevangen te nemen en te doden in een huis Rocheport, ongeveer 10 km oost van Boon County.

Diezelfde 24e september had Anderson met de rest van zijn groep een fatale aanval ingezet op de Noordelijke stad Fayette. Anderson verloor hierbij 13 dode en meer dan 30 gewonde guerrilla’s. De Noordelijke troepen in Fayette hadden 1 dode en 2 gewonde soldaten te betreuren.

De slachting:
Om 09:00 uur ’s ochtends van 27 september 1864 rukte Anderson met ongeveer 80 Bushwhackers, waarvan sommigen gekleed in gestolen Federale uniformen, op richting Centralia om de Noordelijke Missouri spoorweg (North Missouri Railroad) af te snijden. Eerst werd de stad geplunderd en zetten de meeste guerrilla’s het op een zuipen. Anderson’s troepen wisten de spoorlijn te blokkeren en de machinist van de naderende trein zag te laat dat hij in een val liep, omdat de mensen bij de blokkade allen Noordelijke uniformen droegen. Vervolgens werden de 125 passagiers in de trein gescheiden tussen burgers en militairen. Uiteindelijk bleken er 23 Noordelijke militairen aan boord van de trein te zitten die allen op verlof waren, na de Slag bij Atlanta. Ze waren ofwel onderweg naar hun huizen in noordwestelijk Missouri, ofwel zuidwestelijk Iowa.

Jesse_james Jesse James (1847 – 1882)

Onder bedreiging van vuurwapens werden de soldaten vervolgens gedwongen zich te ontdoen van hun uniform. Anderson riep daarop om een officier en Noordelijk sergeant Thomas Goodman stapte voorwaarts. Goodman ging ervan uit dat hijzelf zou worden doodgeschoten, maar dat zijn maten dan zouden worden gespaard. Het tegenovergestelde gebeurde: Nadat Goodman een stap voorwaarts deed, werd hij genegeerd en werden zijn maten achter hem allen doodgeschoten. De lichamen werden vervolgens verminkt en gescalpeerd. Aansluitend staken de Zuidelijke guerrilla’s de trein in brand en lieten het opstomen richting Sturgeon, Missouri. Daarna werd het station in brand gestoken en reden de Bushwhackers weg van de stad. Goodman werd krijgsgevangen genomen op bevel van Anderson met het doel hem later uit te wisselen voor 1 van zijn eigen mensen, die was gevangen door de Unie. Uiteindelijk zou sergeant Thomas Goodman 10 dagen in handen van de Bushwhackers blijven, tot hij wist te ontsnappen toen de Zuidelijke guerrilla’s zich voorbereidden om de Missouri rivier over te steken nabij Rocheport.

Na de slachting:
Om 15:00 uur reed majoor van de Unie A.V.E. Johnston met 155 man van het 39e Missouri regiment “Mounted Infantery” (red.: infanterie te paard) de stad Centralia binnen. Majoor Johnston werd door de lokale bevolking gewaarschuwd dat Anderson onderweg was met 80 zwaar bewapende Bushwhackers, maar hij zette toch de achtervolging in. De mannen van het 39e regiment Missouri infanterie wisten de Zuidelijke guerrilla’s al snel te achterhalen en Johnston ging het gevecht met ze aan. De Noordelijke majoor gaf zijn mannen opdracht af te stijgen en een gevechtslinie in te nemen. Vervolgens daagde Johnston Anderson’s troepen uit hem aan te vallen. Anderson reageerde met een aanval te paard op de Noordelijke linie. De Noordelijke troepen waren uitgerust met het Enfield voorlader musket.

enfield geweer

(Lee Enfield, voorlader musket)

Doordat de Bushwhackers hun modernere revolvers gebruikten, was de weerstand van de Federale soldaten kansloos, omdat zij hun geweren moesten herladen. In zijn eerste salvo wist Johnston nog enkele Zuidelijke guerrilla’s uit het zadel te schieten, maar daarna werden zijn mannen overlopen. De Noordelijke troepen sloegen op de vlucht, maar van de 155 Noordelijke soldaten werden er vervolgens 123 gedood door de troepen van Anderson.

Frank_James Frank James (1843 – 1915)

De broer van Jesse James, Frank James, zou later na de slag bevestigen dat het Jesse James zelf was die majoor A.V.E. Johnston had doodgeschoten.

Hoe dan ook, na de slachting bij Centralia, waar al 22 Noordelijke soldaten ongewapend waren afgeslacht, werden er in de daarop volgende slag nog eens 123 gedood. Het aantal slachtoffers aan de zijde van Anderson’s troepen is onbekend.

Dit bericht werd geplaatst in 09 - september, 1864, Confedarete - niet Generaal, Federal - niet Generaal, militair (niet generaal) Noord, militair (niet generaal) Zuid, Veldslag, Zuidelijke overwinning. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie