Champ Ferguson

Champ_Ferguson

Champ Ferguson (29-11-1821 – 20-10-1865) was een zeer beruchte Zuidelijke guerrilla strijder tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Hij is 1, van de slechts 2 man, die na de oorlog werden veroordeeld tot de doodstraf voor oorlogsmisdaden.

Vóór de oorlog:
Champ Ferguson werd geboren in Clinton County, Kentucky op de grens met Tennessee als oudste van 10 kinderen. Dit gebied stond ook wel bekend als de Kentucky Highlands en bestond met name uit families die herenboer waren en de meesten hadden ook enkele slaven. In eerste instantie werd Champ Ferguson, net als zijn vader, ook boer, maar al snel kwam zijn gewelddadige aard naar boven, zelfs voor de oorlog al.

Champ_Ferguson_c1850s_klein Champ Ferguson rond 1850

Zo ligt er een verslag waarin Champ Ferguson leiding gaf aan een groep mannen die de sheriff van Fentress County in Tennessee, James Read, aan een boom gebonden hadden. Vervolgens zou Ferguson met zijn paard rondjes om de boom gereden hebben en net zo lang met een zwaard op de sheriff hebben ingehakt tot deze overleed. Zo wordt Ferguson echter ook verdacht in de jaren 1850 een man, Evans, te hebben neergestoken die het overigens wel overleefde.

In deze periode verhuisde Champ Ferguson met zijn vrouw naar Calfkiller River Valley in White County, Tennessee.

Tijdens de oorlog:
Toen de Amerikaanse burgeroorlog uitbrak, waren de bewoners uit met name het oostelijke deel van de staat Tennessee groot tegenstander van afscheiding van de Unie. Het westelijk deel daarentegen bestond vooral uit slavenhouders en zij waren juist groot voorstander van de Confederatie. Door deze historische scheiding was de regio in het oosten van de staat een graag gekozen strijdtoneel voor beide zijden. Toen de staat Tennessee in 1862 werd bezet door de Unie, droeg dit nog eens extra bij aan de onderlinge spanningen. Door het bergachtige terrein en het gebrek aan rechterlijke macht, zowel militair als civiel, hadden de verschillende guerrilla’s en andere niet-georganiseerde strijdgroepen relatief veel vrijheid in beweging. Er werden verschillende voorvallen gemeld van guerrilla-aanvallen en wraakacties, vooral in de regio van het Cumberland Plateau. Er was veel onderlinge strijd, zelfs binnen families. Zo was 1 van Champ Ferguson’s jongere broers lid van het 1e regiment Noordelijke cavalerie Kentucky. Deze broer sneuvelde tijdens de oorlog.

Vrij vroeg al in de oorlog wist Champ Ferguson een compagnie van guerrilla-strijders op te richten en ze vielen met name burgers aan, die vermeende aanhangers van de Unie waren. Er werden vooral ook veel lokale vetes uitgevochten onder het mom van de oorlog. Vaak werkte Ferguson ook samen met reguliere Zuidelijke troepen, onder bijvoorbeeld brigade-generaal John Hunt Morgan en generaal-majoor Joseph Wheeler.

JWheelerCSAGen Joseph Wheeler (1836 – 1906)

Er wordt zelfs beweerd dat John Hunt Morgan aan Ferguson de rang van kapitein zou hebben gegeven. Daar staat echter tegenover dat er binnen Ferguson’s eenheid nauwelijks sprake was van georganiseerde discipline en dat zijn eenheid de “normaal aangenomen waarden” van oorlog voeren hanteerde.

Gen._John_Morgan John Hunt Morgan (1825 – 1864)

Er deden zich de wildste verhalen de ronde onder Ferguson’s vermeende sadisme. Zo zou hij een groep gevangenen hebben onthoofd en hun schedels van een heuvel hebben laten afrollen. Zo zou hij ook bereid zijn om ouderen te vermoorden en bedlegerigen.

Tijdens de oorlog is Champ Ferguson 1 keer gearresteerd door de Zuidelijke autoriteiten voor de moord op een lid van het Zuidelijke gouvernement. Hij werd 2 maanden opgesloten in Wytheville, Virginia maar door gebrek aan bewijs ontslagen van rechtsvervolging.

Na de oorlog:
Toen de oorlog was afgelopen, ontbond Champ Ferguson zijn eenheid en keerde terug naar zijn boerderij. Toen de Federale troepen hoorden dat hij terug was, arresteerden ze hem onmiddellijk en werd Ferguson afgevoerd naar Nashville.

Champ_Ferguson_Captured

(Champ Ferguson – midden – met zijn bewakers, na zijn gevangenname)

Champ Fergusan werd berecht door een militair tribunaal. Hij stond terecht voor 53 moorden en zijn rechtszaak trok nationale aandacht die snel zou leiden tot een media-event. Eén van de belangrijkste getuigen tegen Ferguson tijdens de rechtszaak was zijn oude vijand, David “Tinker” Beaty.

Jonathan Hale & Tinker Dave Beaty rechts David “Tinker” Beaty (1817 – 1876)

(Links: Jonathan Hale, hoofd verkenners in het Noordelijke Army of the Cumberland)

Deze  “Tinker Dave” Beaty was, net als Ferguson, leider van een groep guerrilla-strijders, maar in dit geval voorstanders van de Unie. Net als Ferguson strijd had gevoerd tegen echte en vermeende tegenstanders van de Confederatie, had Beaty strijd gevoerd tegen echte en vermeende tegenstanders van de Unie. Tijdens het proces was Ferguson ook niet ontkennend over de genoemde slachtoffers, waarbij hijzelf toegaf er zeker 100 te hebben gedood. Ferguson zag dit echter als het gevolg van de oorlog en zijn taak als soldaat.

Eén beschuldiging, tijdens de rechtszaak besproken, trok bijzondere aandacht. Zo zouden de leden van Ferguson’s bende deel hebben genomen aan de moord op gewonde en gevangengenomen Noordelijke soldaten, na de Eerste Slag bij Saltville. Deze Noordelijke slachtoffers waren allen lid van het 5e staatsregiment “zwarte” cavalerie (5th United States Colored Cavalry) en hun blanke officieren. Ferguson en zijn mannen werden er van beschuldigd de Noordelijke soldaten op hun ziekbed te hebben afgeslacht en alleen de komst van de Noordelijke eenheid, onder bevel van kolonel William Holland Thomas wist een totale afslachting te voorkomen.

WilliamHollandThomas William H. Thomas (1805 – 1893)

Hierop reageerde Champ Ferguson dat hij zich had teruggetrokken, nadat hij vernam dat er reguliere Zuidelijke troepen naderden.

Op 10 oktober 1865 werd Champ Ferguson schuldig bevonden en veroordeeld tot de galg. Ferguson reageerde op dit oordeel: “I am yet and will die a Rebel … I killed a good many men, of course, but I never killed a man who I did not know was seeking my life. … I had always heard that the Federals would not take me prisoner, but would shoot me down wherever they found me. That is what made me kill more than I otherwise would have done. I repeat that I die a Rebel out and out, and my last request is that my body be removed to White County, Tennessee, and be buried in good Rebel soil.

Op 20 oktober 1865 werd Champ Ferguson opgehangen voor oorlogsmisdaden, begaan tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Naast Henry Wirz, de commandant van krijgsgevangenenkamp Andersonville, waren zij beiden de enigen die na de Amerikaanse burgeroorlog hun bijdrage in de oorlog moesten bekopen met de doodstraf.

Champ Ferguson ligt begraven in de Franse begraafplaats, noord van Sparta, White County, Tennessee.

Champ-ferguson-grave

(graf Champ Ferguson)

Na zijn executie berichtten verschillende Noordelijke kranten dat zijn verklaringen een duidelijke bekentenis vormden. Champ Ferguson heeft uiteindelijk zelf toegegeven dat hij 10 mensen daadwerkelijk heeft gedood. 9 van deze 10 waren, naar zijn zeggen, uit zelfverdediging en de laatste was omdat deze persoon zich schuldig had gemaakt aan plundering en moord op burgers. Ferguson had verder aangegeven in zijn afscheid dat hij was veroordeeld voor moorden, uitgevoerd door leden van zijn groep. Ferguson ontkende uiteindelijk ook de beschuldigingen van de moord op 12 Noordelijke soldaten in de Eerste Slag bij Saltville. Ze waren ofwel al in de strijd gevallen, of door anderen gedood.

Volgens Ferguson was zijn rechtszaak alles behalve rechtvaardig en eerlijk. Hij wist bij voorbaat dat hij tot de doodstraf zou worden veroordeeld. Op 2 na trok hij de geloofwaardigheid van getuigenissen in twijfel.

Het bijzondere blijft dat er na deze gruwelijke oorlog “slechts” 2 man zijn veroordeeld voor oorlogsmisdaden, soms zelfs gebaseerd op “halve” waarheden. Aan beide zijden hebben hoog en laag zich waarschijnlijk schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden en misdaad tegen de menselijkheid. Het ontbreken van duidelijke “Rules of Engagement” en het nog zeker niet compleet zijn van de Conventie van Genève kunnen daar zeker aan hebben bijgedragen. Anderzijds zou dit “gebrek” van meerdere veroordelingen ook kunnen hebben bijgedragen aan het onderlinge onbegrip in het land. De slavernij was dan wel opgeheven, maar leek te hebben plaats gemaakt voor racisme. Daarnaast zijn de verschillen tussen “Noord” en “Zuid” zelfs nu, na meer dan 150 jaar, nog dagelijks voelbaar in het nieuws…

Dit bericht werd geplaatst in 10 - oktober, 11 - november, 1865, Confedarete - niet Generaal, Leiders, militair (niet generaal) Zuid, niet-militairen. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie