Robert Daniel Johnston

Robert_D._Johston

Robert Daniel Johnston (19 maart 1837 – 01 februari 1919) was een brigade-generaal voor de Geconfedereerde Staten van Amerika tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog.

Voor de oorlog: Johnston was een neef van de Confederate generaals William H. Forney en John Horace Forney. Voor de oorlog werkte hij als advocaat.

Tijdens de oorlog: Johnston meldde zich op 15 juli 1861 bij de Confederate States Army, waar hij werd benoemd tot kapitein en het commando kreeg over de K-compagnie van het 23e North Carolina Infantrie Regiment. Op 16 april 1862 werd hij bevorderd tot luitenant-kolonel van het regiment en op 5 mei zag Johnston zijn eerste gevechtsactie in de Slag bij Williamsburg. Hij behied het commando van het regiment tot na de Slag bij Seven Pines, waar hij gewond was geraakt. Hij keerde op tijd terug, na zijn herstel, om deel te nemen aan de Maryland Campagne en vocht in de Slag bij South Mountain en de Slag van Antietam.

Op Chancellorsville kreeg Johnston het commando over het 12e North Carolina Infantrie regiment, nadat die eenheid al haar officieren had verloren. Hij keerde terug naar de 23e regiment voor de Gettysburg Campagne en raakte gewond in de Slag bij Gettysburg. Hij werd gepromoveerd tot brigade-generaal op 1 september 1863 en kreeg het bevel over de brigade die Brig. Gen. Alfred Iverson, Jr, had geleid tijdens de Slag bij Gettysburg. Hij leidde de brigade door de Overland Campagne in het voorjaar van 1864 totdat hij voor de derde maal gewond raakte in de Slag bij Spotsylvania. Hij keerde terug naar de brigade in augustus tijdens Shenandoah Valley Campagne. In die campagne zag hij gevechtsactie bij de Derde Slag bij Winchester, de Slag bij Fisher’s Hill en de Slag bij Cedar Creek. Aansluitend keerde hij terug naar de loopgraven van Petersburg om zich bij Gen Robert E. Lee’s Army of Northern Virginia te voegen. Tijdens zijn tijd in Petersburg had Johnston kort het bevel over de divisie en was het o.a. zijn taak om deserteurs op te sporen.

Na de oorlog pakte Johnston eerst zijn werk als advocaat weer op in North Carolina. Later werd hij bankier in Alabama.

Dit bericht werd geplaatst in 02 - februari, 03 - maart, Army of Northern Virginia, Gettysburg, Zuidelijke Generaals. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie