Robert Houston Anderson (1 oktober 1835 – 08 februari 1888) was een cavalerie en artillerie-officier in de Confederate States Army tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog.
Voor de oorlog: Anderson slaagde op West Point in 1857. Na eerst een functie in New York kreeg hij een functie in de infanterie in de omgeving van Washington.
Tijdens de oorlog: In het begin van 1861, kort voor de officiële afscheiding van zijn staat Georgia, aanvaarde Anderson een aanstelling in het beroepsleger van de Confedratie als luitenant bij de artillerie. In september van dat jaar werd hij bevorderd tot majoor. Later werd hij benoemd tot Chef-staf van generaal-majoor WHT Walker van de Georgia State militie en vocht mee bij de Slag van Fort McAllister (1863). Daarna werd Anderson kolonel van het 5e Georgië Cavalerie regiment.
Op 26 juli 1864 werd Anderson brigade-generaal en maakte deel uit van het Leger van Tennessee als cavalerie-officier tijdens de Campagne van Atlanta. Na de dood van zijn commandant Brig. Gen John H. Kelly in de buurt van Franklin, Tennessee, nam Anderson tijdelijk het bevel over de divisie waar na de val van Atlanta. Hij zou zijn brigade later leiden tegen de oprukkende troepen van de Unie tijdens de Sherman’s March van de Zee en de Carolina’s campagne tot de ineenstorting van de Confederatie in april 1865.
Na de oorlog diende Anderson als de politiechef van Savannah, waar hij op 52-jarige leeftijd stierf.
rebelcivilwar 