Army of the Potomac

Potomac_Staf_in_1863

Bevelhebbers van het Army of the Potomac in Culpeper (Virginia), 1863. V.l.n.r.: Gouverneur K. Warren, William H. French, George G. Meade, Henry J. Hunt, Andrew A. Humphreys, George Sykes.

Het Army of the Potomac (leger van de Potomac) was het grootste en belangrijkste Noordelijke leger tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Lange tijd vocht het zonder veel succes tegen het Zuidelijke Army of Northern Virginia van Generaal Robert E. Lee, terwijl het elke paar maanden een nieuwe bevelhebber kreeg, totdat Generaal Ulysses S. Grant het bevel overnam en het leger naar de overwinning leidde.

Commandanten:

– Brigadegeneraal Irvin McDowell: 27 mei – 25 juli 1861
– Generaal-Majoor George McClellan: 26 juli 1861 – 9 november 1862
– Generaal-Majoor Ambrose Burnside: 9 november 1862 – 26 januari 1863
– Generaal-Majoor Joseph Hooker: 26 januari – 28 juni 1863
– Generaal-Majoor George Meade: 28 juni 1863 – 28 juni 1865
– Generaal-Majoor John G. Parke nam in de periode 28 juni 1863 – 28 juni 1865 4 maal het commando waar voor Meade bij diens afwezigheid.
– Luitenant-generaal Ulysses S. Grant werd vanaf 10 maart 1864 opperbevelhebber van de Unie en bracht zijn hoofdkwartier onder bij The Army of the Potomac vanaf mei 1964 tot april 1865. Hiervandaan stuurde hij Meade rechtstreeks aan, terwijl Meade formeel gewoon commandant bleef.

De belangrijkste veldslagen waaraan dit leger deelnam waren:

– Eerste Slag bij Bull Run – o.l.v. McDowell
– Zevendagenslag – o.l.v. McClellan
– Tweede Slag bij Bull Run – o.l.v. McClellan
– Slag bij Antietam – o.l.v. McClellan
– Slag bij Fredericksburg – o.l.v. Burnside
– Slag bij Chancellorsville – o.l.v. Hooker
– Slag bij Gettysburg – o.l.v. Meade
– Slag in de Wildernis – o.l.v. Meade
– Slag bij Spotsylvania – o.l.v. Meade
– Slag bij Cold Harbor – o.l.v. Meade
– Beleg van Petersburg – o.l.v. Meade

Dit leger was een vrijwilligersleger. Bij de oprichting was het niet groter dan een legerkorps uit die tijd. Onder leiding van McDowell had het de naam gekregen “The Army of Northeastern Virginia“. Amerikaanse legereenheden kregen vaak de naam van de locatie waar ze het meest optraden. McDowell verloor tijdens de eerste Slag bij Bull Run de eerste  belangrijke slag tijdens de burgeroorlog. Onder McClellan vonden er echter grote hervormingen plaats waardoor dit leger zijn eigenlijke naam kreeg en flink werd uitgebreid.

Het kon echter geen gebruikmaken van ervaren onderofficieren, een voordeel dat de Zuidelijke legers wèl hadden, omdat de Federale regering had besloten dat het reguliere leger in het Westen moest blijven om de Indianen te bestrijden.

Karakteristiek aan dit leger was dat de soldaten zeer moedig waren, met ware doodsverachting, zoals ze o.a. bewezen in de aanval op de stenen muur bij Marye’s Heights tijdens de Slag bij Fredericksburg (10.000 Noordelijke tegen 500 Zuidelijke slachtoffers).

Maar even zo karakteristiek was het gebrek aan durf bij de generaals van dit leger, wat leidde tot het keer op keer laten ontsnappen van het Zuidelijke leger, en wat de reden was waarom Abraham Lincoln steeds nieuwe commandanten aanstelde, totdat generaal Grant eindelijk bereid bleek om ècht in gevecht te gaan met generaal Lee; een moment waarop zijn soldaten al jaren gefrustreerd wachtten. (info Wiki)

Dit bericht werd geplaatst in 01 - januari, 03 - maart, 05 - mei, 06 - juni, 07 - juli, 11 - november, 1861, 1862, 1863, 1864, 1865, Army of the Potomac, Generaals van de Unie, Veldslag. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie